HET DU PLESSIS-HUIS IN PARAMARIBO

Maria Susanna du Plessis nam haar intrek in 1783 in dit fraaie gebouw, en bewoonde het tot haar overlijden in 1795.
Circa 1750 werd dit huis gebouwd op de hoek van het plein en de Tamarindelaan tegenover het Presidentieel Paleis.  Vanaf 1783 werd het bewoond door Susanna du Plessis. Het huis staat vandaag de dag in Paramaribo nog bekend als het du Plessis-huis. Susanna overleed in 1795 en werd begraven op de begraafplaats de oude Oranjetuin, waar ook haar moeder en haar eerste echtgenoot lagen. De tekst op haar grafsteen had zij zelf opgesteld: ‘Eindelijk ben ik tot rust gekomen’. Haar grafsteen ligt sinds 1835 ingemetseld in de vloer van de Hervormde kerk in Paramaribo die gebouwd werd op de oude begraafplaats 'de oranjetuin'.
Van 1783-1795 : Bewoond door Susanna du Plessis  1796-1949 : “De Secretarie”  na 1949 : Ministerie van Binnenlandse Zaken 2002 - heden: Het Milieu Huis (NIMOS)
 
Onderstaande foto's werden gemaakt in sepember 2014.
 













     In 1783 nam Susanna du Plessis haar intrek in dit fraaie pand. Zij overleed in 1795.

 

DU PLESSIS GEBOUW
Susanna overleed zonder kinderen in 1795 en haar neven, de zonen van haar halfbroers Pichot waren de
erfgenamen. De neven Pichot woonden in Holland. Het moet nog onderzocht worden hoe het precies zit met het huis. In ieder geval waren de neven Pichot ook erfgenamen van het huis, maar het is nog niet bekend of Susanna het huis gekocht had en haar neven als naaste familieleden, dat van haar erfden. Want het is ook mogelijk, dat haar neven het huis al hadden geërfd van hun tante Constantia Pichot,
weduwe Van Meel, die immers een dochter van hun grootvader was en het kan dus ook zijn, dat zij het huis aan hun tante Susanna verhuurd hadden of haar toestemming gegeven het te bewonen.


In ieder geval was Susanna du Plessis de laatste privépersoon die in dit huis woonde, want in 1796 werd het gekocht door het gouvernement en werd het het kantoor van `s Lands Secretaris: `De Secretarie'. Deze functie heeft het behouden tot 1949 toen we de eerste 
Algemene verkiezingen Ministeries kregen en de Secretarie veranderde in het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

In de eerste helft van de vorige eeuw was er op zondagmiddag muziek op het Plein. De Militaire Kapel,
gezeten op de binnengalerij van het huis, speelde vrolijke muziek en de mensen, vooral de kinderen van Paramaribo kwamen zich verpozen. In zondagse kleding wandelden ze over het Plein en aten koude sinaasappels, zoute pinda en schaafijs. Cynthia Mc Leod

In de bijna 300 jaar van haar bestaan, is dit huis maar betrekkelijk korte tijd een woonhuis geweest. Sedert 1796, dus al meer dan 200 jaar, heeft het een publieke functie en is het een kantoor. Maar het werd wel gebouwd als een echt woonhuis. Op de huizenlijst van 1772 staat als eigenaar van dit huis genoteerd: Weduwe van Meel. Dit huis is dus zeer waarschijnlijk omstreeks 1730 gebouwd door Gerard Willem van Meel, die van 1732 tot 1737 Raad Fiscaal in Suriname was. Hij overleed in 1742. Raad Fiscaal van Meel was niet geliefd bij de kolonisten, vanwege zijn dikwijls bruut optreden. Ook met de opeenvolgende gouverneurs had hij dikwijls onenigheid. Misschien lag zijn onvriendelijk optreden deels aan het feit dat hij dacht dat hij meer rechten had dan anderen, omdat zijn broer in Amsterdam in die tijd een van de Directeuren van de Sociëteit van Suriname was. Van Meel was de Raad Fiscaal die een proces begon tegen de vrije negerin Elisabeth, omdat ze een
`praatjes uitstrooister' zou zijn. Haar werd ten lastegelegd `Poging tot doodslag', want volgens Van Meel was haar praatjes uitstrooien zo erg, dat 
de benadeelde hiervoor wel de doodstraf zou hebben kunnen krijgen. De eis was 100 zweepslagen in het openbaar en verbanning uit de kolonie ten eeuwige dage. Gerard Willem van Meel was getrouwd met Constantia Pichot; een lid van een Franse Hugenoten familie Pichot die al vanaf ca 1690 in Suriname was. Ze hadden een zoon, Willem Gerard van Meel. Zijn graf is te zien in de Oranjetuin.

Een broer van Constantia van Meel Pichot, Daniel Pichot was omstreeks 1730 getrouwd met Maria
van Strijp, uit welk huwelijk twee zonen geboren werden, Isaac en jan Willem. Deze Maria van Strijp huwde na het overlijden van haar echtgenoot Daniel Pichot met Salomon du Plessis in 1738. Susanna du Plessis was hun dochter, Susanna had nog een broer Reinier Du Plessis en dus twee half broers Pichot.

Susanna du Plessis is de meest bekende of liever gezegd beruchte vrouw uit de Surinaamse geschiedenis. Er zijn mensen die menen dat ze ten onrechte deze slechte faam kreeg en dat de verhalen over haar fantasieën en mythen zijn, maar ze moet toch wel een moeilijk karakter gehad hebben. Een paar voorbeelden: ze trouwde op 15 jarige leeftijd met Frans Laurent Grande en ze begonnen samen plantage Grande Plaisir aan de Commewijne. Enkele jaren later stond Susanna erop de naam van de plantage te wijzigen in `DeNijd ten Spijt,' omdat volgens haar, andere mensen jaloers op haar plantage waren.

In 1762 overleed Grande en in 1767 hertrouwdeSusanna met Frederik Cornelis Stolkert; zij was toen al 28, hij was 20 jaar. Ze trouwden op huwelijks voorwaarde, maar dat was nog niet genoeg voor haar. In die tijd was de man automatisch het hoofd van de familie en het familiebezit. Bij de notaris werd eerst een akte opgemaakt waarin Stolkert “afstand moest doen van de rechten die de huwelijkse staat hem zouden geven” en hij moest tekenen dat hij nooit maar dan ook nooit enige bemoeienis zou hebben met haar plantage De Nijd ten Spijt.
Samen met haar man Stolkert woonde Susanna in het Hoekhuis aan de Waterkant, dat in 1772 door hem was gekocht. Het was geen gelukkig huwelijk en in 1783 verhuisde zij en ging ze alleen wonen; ze scheidden van Tafel en Bed. Ze kwam wonen in dit huis en hier heeft ze gewoond tot haar dood in oktober 1795. Er wordt verteld dat tot de jaren 50 van de vorige eeuw nog slaven martelwerktuig in deze kelder lag en dat er in de kelder een put was, waarin bij vloed het water hoog stond. Daarin zouden gestrafte slaven gegooid zijn.

Referentie: Susanna du Plessis
Portret van een Slavenmeesteres
Hilde Neus-van der Putten
©2003 KIT Publisher ISBN 90 6832 521 3

 

DE HERVORMDE KERK IN PARAMARIBO

 

De hervormde kerk van Paramaribo (gebouwd in 1810) stond op het Kerkplein, de voormalige Oranjetuin. Het was een achthoekige koepelkerk. Het werd in 1814 ingewijd. In 1821 werd de kerk door brand verwoest. In 1833 werd weer een nieuwe achthoekige kerk gebouwd op dezelfde plek.
De vloer bestaat uit een groot aantal grafstenen uit de eerste helft van de 18de eeuw. Hier werd onder meer de vermogende Johanna Margarete van Strijp (1706-1769), huisvrouw van Salomon Du Plessis begraven. Ook hun dochter Maria Susanna du Plessis werd in 1835 in deze kerk herbegraven.
Salomon du Plessis (hoofd politie in Suriname) werd begraven
 in de nieuwe kerk op de Dam in Amsterdam.
Salomon werd geboren in Bergen op Zoom als zoon van Hugenoot Michel du Plessis. 

 Foto onder: nog enkele hele oude grafstenen in de oude oranjetuin.