Garnizoensstad Bergen op Zoom

                                                                                                       Kaart: Bergen op Zoom van Blaeu uit 1652.

Na de vondst van enkele Romeinse munten kan men er vanuit gaan dat Bergen op Zoom al tijdens de Romeinse tijd is ontstaan. Voor 1287 maakte Bergen op Zoom deel uit van het Land van Breda, daarna werd het onderverdeeld in twee heerlijkheden waardoor het Land van Bergen op Zoom ontstond. 
In 1533 werd Bergen op Zoom verheven tot markgraafschap. De Bataafse Republiek kocht in 1801 het Markizaat van BoZ en verloor het alle rechten.Tussen 1198 en 1212 kreeg BoZ al zijn stadsrechten. Precieze data hierover zijn bij een grote stadsbrand in 1397 verloren gegaan evenals alle archieven. De eerste muren die de stad omringden werden tussen 1330 en 1335 gebouwd. Toen in de 15 eeuw het haven gebied werd voorzien van een omwalling, kwam de 14 eeuwse Lieve Vrouwenpoort één van de vier toeganspoorten in de stad te staan en verloor hierdoor haar functie. Vervolgens werd de poort tot 1932 als gevangenis gebruikt.
In 1444 werd BoZ opnieuw getroffen door een grote brand. De stad ontwikkelde zich tot een belangrijke handelsstad met laken-en aardewerknijverheid.

GARNIZOENSSTAD
Vanaf 1530 werd de handel minder van belang en door de verzanding van de Oosterschelde werd de Westerschelde geleidelijk de belangrijkste toegangsweg naar Antwerpen. Dan woedde er in alle hevigheid de tachtigjarige oorlog (1568-1648) waaronder Bergen op Zoom ook veel te lijden heeft gehad. In 1580 vond er de zogenaamde Soldatenfurie plaats. Bergen op Zoom licht op een zandrug daardoor nam het een strategische positie in toen de Hertog van Parma in 1588 vanuit het zuiden oprukte en trachtte de stad in te nemen door middel van een Beleg van BoZ. Dit werd uiteindelijk afgeslagen. Om herhaling te voorkomen wilde men goed voorbereid zijn en werden er versterkingen aangelegd.

BELEG VAN BERGEN OP ZOOM (1622)
Het tweede beleg te Bergen op Zoom vond plaats tussen 18 juli en 2 oktober 1622 tijdens de 80 jarige oorlog, er werd gestreden tussen het Staatse leger en het Spaanse leger onder leiding van Commandant Spinola. BoZ werd ontzet door het Staatse overwinning. Aanvankelijk kreeg het Spaanse leger steun van de Katholieke inwoners van het buurtplaatsje  Halsteren. Onder de bevolking van BoZ heerste ook verdeeldheid. De Protestante meerderheid bleven trouw aan Oranje. Het Spaanse leger begon op 18 juli met de belegering van de stad. Door ondersteuning van Michiel de Ruyter die in september per schip BoZ aandeed, nam vanuit zee het Spaanse leger onder vuur. Het Spaanse leger verloor tijdens deze beschieting zeer veel manschappen. Na het beleg van 86 dagen en de komst van Maurits van Oranje die met beschietingen er voor zorgde dat Commandant Spinola met zijn leger vluchtte.



Bergen op Zoom 1747. Sterkste vestiging van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Bron: wikipedia.org.

BELEG BERGEN OP ZOOM (1747)
De verdedigingslinies die ontworpen waren door Menno van Coehoorn werden enorm uitgebouwd en zouden onneembaar zijn. In 1744 waren de vestingwerken gereed. BoZ was op dat moment de sterkste vestingstad in Staats Brabant.

Drie jaar later in 1747 belegeren de Franse troepen de garnizoensstad BoZ tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog. Het beleg begon op 12 juli. De totale Franse troepenmacht bestond uit ruim 70.000 soldaten. De bevolking van BoZ, op dat moment 7000 zielen en een garnizoen van 5200 soldaten kwamen in beweging om met alle middelen de stad te verdedigen. Van diegenen die niet konden deelnemen aan de strijd, werden de meesten geëvacueerd. In het nabije dorp Halsteren lagen nog eens 9000 manschappen. 
Ondanks zijn hoge leeftijd (86) werd generaal Isaac Baron Cromström belast met het verdedigen van de stad.
 

DRAGONDER EVERARDUS DU PLESSIS
De dragonders onder bevel van colonel 'de Mattha' waar ook Everardus du Plessis bij diende behoorden tot de verdedigers van BoZ. Ook zijn zoon Everard  behoorde tot deze groep. Op 15 augustus 1747 kregen de dragonders van de Mattha opdracht om bescherming te bieden aan de arbeiders die een bres in de Lunette Zeeland moesten dichten. Maar de dragonders hadden zich voorgenomen, om de Franse soldaten die de bres bleven bezetten te verjagen en te achtervolgen. Door deze handelingen werden de arbeiders onvoldoende beschermd en lukte het niet de bres te dichten.             

De Franse aanval op de stad werd toch vertraagd door de tegen-mijnen die de Nederlanders gebruiken konden omdat de ontwerper verdedigingstactieken had aan laten brengen. Na 2 maanden van zware bombardementen die de stad grotendeels verwoeste werden de buitenwijken veroverd en konden de Fransen overgaan tot het beschieten van de hoofd-wal. Op 16 september 1747 na een verrassingsaanval s'nachts om vier uur werd het centrum van BoZ bereikt en was het duidelijk dat de stad niet langer stand kon houden tegen de enorme Franse overmacht. De verliezen waren zeer groot, ca. 20.000 aan Franse zijde en ca. 8000 aan de Nederlandse zijde. In ieder geval werden er van 6 juli 1747 tot 7 december 1748 geen aantekeningen meer gemaakt in de overlijdensregisters. Een groot aantal inwoners waren de stad ontvlucht of waren omgekomen. De gehele stad werd dagenlang door de Franse soldaten met grof geweld geplunderd en in brand gestoken. Deze plunderingen vielen onder een oud oorlogsrecht als straf voor het verzet.

VAN ANGELENBEEK

Na het doorzoeken van de stads- en dorpsarchieven te Bergen op Zoom blijkt: dat Cornelis van Angelenbeek (de vader van Petronilla) in 1746 woonde in het Hogeboomstraatje te Bergen op Zoom, als beroep staat Cap. vermeld.
Ook komt in deze archieven naar voren dat van 1751 tot 1763 Cornelis in het Molenstraatje woonde en vanaf 1753 werd als beroep opperman genoteerd.
Vanaf 1763 woonde Cornelis van Angelenbeek als opperman in de Merilestraat.
In 1765 woonde van hij in de Boschstraat 2 personen.
Op 28-10-1766 overleed Cornelis van Hangelenbeek, zijn vrouw Catharina van Meer was een jaar eerder al overleden, beiden in Bergen op Zoom.
Petronilla van Angelenbeek (waarschijnlijk vernoemd naar haar oma Petronilla Kijser) was 16 -17 jaar oud toen haar ouders overleden.
In 1778 (op 29 jarige leeftijd) kreeg zij een relatie met Hendricus Duplaisie geboren te Leiden op 13-07-1753 als enige zoon uit het gezin van vier kinderen van Nicolaus Ludovicus Du Plessis en Barbara van Heel. Met de militaire achtergrond van de familie van Hendricus du Plessis, ligt het voor de hand dat hij ook in die jaren bij het leger diende, of dat hij daarin een beroep uitoefende. 
Hendricus overleed op 01-04-1824 op 71 jarige leeftijd te Hoogstraten.
 
VERHOUDING BEWONERS EN MILITAIREN
In 1779 beschikt Bergen op Zoom over gedetailleerde opgaven, die behoren bij een artikel over ziekten die door de plaatselijke medicus Chr. de Neve werden gepubliceerd. Hier noemt hij voor 9 stadswijken een aantal van 3863 inwoners, alsmede een garnizoen bestaande uit 1203 militairen 246 vrouwen en 403 kinderen. Derhalve bestond de stadsbevolking (zonder de bewoners van de buitenpoorterij) uit 5715 personen.
De gelegerde militairen met hun gezinnen maakten niet zelden 30% tot 50% van de totale bevolking uit. Soms wel meer als er oorlogsdreigingen waren.

In de Franse periode van 1795 tot mei 1814 lag er weer een Frans garnizoen in Bergen op Zoom.

Op 8 en 9 maart 1814 deden de Engelsen een poging de stad in handen te krijgen.
Op 3 november 1830, het begin van de Belgische opstand, werd Bergen op Zoom in staat van verdediging gebracht. Deze situatie bleef gehandhaafd tot in 1839. De inundatiegebieden van de West Brabantse Waterlinie werden van 1830 tot 1832 voor het laatste maal onder water gezet. Bron: West Brabantse waterlinie.

STAATSE KANT
Tijdens de opstand had de bevolking voor de Staatse kant gekozen en werd de Reformatie verder doorgezet. De Katholieken die in de minderheid waren bekeerden zich of verlieten de stad en gingen op het platteland wonen waar veel geloofsgenoten woonden. Zij die Katholiek wilden blijven bezochten de schuurkerken omdat hun St. Gertrudiskerk aan de Protestanten werd toegewezen. Deze situatie duurde tot in de achttiende eeuw. Daarna werd het Katholieke deel onder de bevolking steeds groter en rond de tweede helft van de achttiende eeuw waren de Katholieken weer in de meerderheid. In 1832 kreeg de parochie haar eigen kerk 'de Maagd' genoemd. Pas in 1972 toen de Protestantse gemeente in aantal sterk was gedaald werd besloten de St. Gertrudiskerk weer aan de Katholieken terug te geven.

GARNIZOENSTAD BERGEN OP ZOOM IN DE FRANSE TIJD.
In 1804 was het 48ste regiment Franse troepen in garnizoen. 
In 1805 was het derde compagnie van het 17e Batt. Bataafsche infanterie in garnizoen
In 1806 was het eerste Batt. 18½ Brigade lichte Infanterie ....... lid van het legioen van eer in dienst van het Franse keizerrijk in garnizoen.
In januari 1807 was het 3e Batt. 7e regiment Hollandse infanterie van Ligne in garnizoen 


REGLEMENT EN ORDERS 

Mijn veronderstelling was, dat de regimenten in een garnizoensstad in kazernes en barakken ondergebracht werden en dat de militairen met een hogere rang logeerden bij de burgers in de stad.
Dit zal hier en daar ook wel zo zijn gebeurd, maar in Bergen op Zoom werden de militairen met eventueel hun gezinnen ondergebracht in militaire huizen die verspreid stonden over de gehele stad. In sommige straten stonden meerdere militaire huizen op een rij. Militairen met een hogere rang logeerde bij de bewoners of hadden een woning voor zich zelf.

G. Deutz gouverneur van Bergen op Zoom
In het boek van G. Deutz gouverneur van Bergen op Zoom, beschrijft hij uitgebreid hoe soldaten zich moeten gedragen in een garnizoensstad. 

Het boek dat werd uitgegeven op 9 mei 1774 door G. Deutz, Luitenant, Generaal en Collonel van de infanterie, Gouverneur van de stad Bergen op den Zoom en onderhorige forten enz. 

In dit boek liet de Gouverneur in 1774 de regels aanpassen die nog stammen uit het jaar 1753.

Onderstaand: enkele gedeelten van dit boek.

GENERALE ORDERS OP DE INKWARTIERING.

- De regimenten en corpsen van 't Garnizoen zullen in goede harmonie en vriendschap leven, doch niet alleen onderling maar ook met de burgers en inwoners.

- Als het regiment of corps in marcheert om garnizoen te houden, zal 't zelf 2 lijsten uitgeven waarop staat vermeld hoe de staat van het regiment of corps zich bevindt op de dag van zijn inrukking. Een lijst voor de gouverneur en een voor de Majoor Commandant.

De onderofficier (Fourier) werd belast met de inkwartiering zodat alles in gereedheid is wanneer voor het regiment of corps.

_ De Commanderende officieren moeten zoveel mogelijk  zorg dragen dat op iedere kamer waarop manschappen logeren, een onderofficier is om op te letten dat na elke dagelijkse taptoe geen van de manschappen, die in het zelfde kwartier liggen, op straat komen.

- De commanderende officier er op toezien dat zijn volk niet gesepareerd word, maar in een en dezelfde straat ingekwartierd worden, en de compagnie zo veel mogelijk in huizen bij elkander met 10 - 12 of 14 man. 

- Wanneer een soldaat niet tevreden is over de inkwartiering, zal hij daar melding van maken bij zijn meerdere. Zodra de manschappen zijn ingekwartierd zijn en alles in goede orde is, hun geweren, wapenen en rantzels in goede orde opgehangen zijn, zal een lijst aan de Gouverneur gegeven worden zodat hij de straten en de kwartieren waar in 't corps gelogeerd is zelf kan controleren.

De manschappen zullen zorg dragen dat hun kwartieren netjes en zuiver gehouden worden. Hierop zullen de officieren moeten toezien. Zoals zij ook zorg zullen dragen en er op toe zullen zien, dat er uit de vensters geen onreinheid naar buiten wordt gesmeten. Als daar op betrapt wordt zal gestraft worden. De mannen zullen borg staan voor hun vrouwen.

- Het is ten strengste verboden om 'ligtekooyen' of slechte vrouwlieden in de kwartieren te dulden. Bij betrapping daarop zal zwaar worden gestraft ook de vrouwen zullen in gelijks gestraft worden.

- Zoveel als mogelijk is, zullen de Commandanten van de Regimenten of Corpsen zorg dragen dat hun manschappen in geen kwartier ondergebracht worden dat een Herberg is of daar waar sterke drank geschonken worden of in andere slechte huizen.

De manschappen zullen niet op straat verschijnen in hun kielen, slaapmutsen,neerhangende koussen en neergehakte schoenen, doch diegenen welke in de morgen hun provisie inkopen, mogen kielen aan hebben, om hunne montering te sparen. Echter niet langer als tot half elf, maar zullen altijd ordelijk gekleed zijn, het haar gekampt, en hun zydgeweer met de koppel boven het kamizool aan hebben Zij zullen ook toezien op straat geen tabak te roken.

De Stads/arbeiders zo van ´t garnizoen als verlofgangers die naar hun werk gaan, kunnen met burgerkleding op straat komen, of met kielen, maar moeten op hun hoeden een witte fayette kwast hebben om hen van de burgers te kunnen onderscheiden.

Militairen die beschonken op straat gevonden worden, zullen in arrest gebracht worden om uit te slapen, waarvan rapport aan de Hoofdwacht zal gedaan worden. Alle onderofficieren, geen uitgezonderd, moeten zich in acht nemen niet te drinken of te spelen in gemeenschap. Of zullen in de provoost gezet worden, handen en voeten gesloten, te water en brood. 

De Taptoe zal geslagen worden van den eerste april tot den laatste september om 10 uur, en de eerste oktober tot den laatste maart om 9 uur. De Reveille slaat altijd een half uur voor dat de Poortklok luidt.

Even na de taptoe zal de onderofficier alle avonden de kwartieren van het volk controleren, of het altemaal die niet in dienst zijn aldaar present is, daarna hun opzoeken, en die gevonden worden direct naar de Hoofdwacht brengen.
De soldaten die na de taptoe op straat of in herbergen zullen worden gevonden worden, zullen met de Cordons, Spitsroeden of met Lonten gestraft worden.
Geen van de militairen en ook niet hun vrouwen of kinderen, zullen van buiten in de stad mogen brengen, Genever, brandewijn, vlees, brood, meel, of wat´s lands of stads impost onderhevig is, of zullen volgens de Placaten van den lande gestraft worden. Alsmede enig groen of droog hout.

ORDERS VOOR PATROUILLES.
Patrouilles zullen in ´t patrouilleren niet praten of plouteren, maar zich zeer stil houden, om beter overal acht op te geven en te kunnen horen wat er in de stad en in de straten om gaat. 
De patrouilles zullen alle desordres beletten, als zij in Herbergen krakeel of veel leven horen, zullen zij daar aankloppen en zien of er geen militairen zich in huis bevinden, als de taptoe  geslagen is, zullen zij die naar de hoofdwacht in arrest brengen. Ook bij brand in een huis zullen zij ten eerste trachten de inwoners wakker te maken als ook de naaste buren., en dan direct rappoert aan den Capitein van de hoofdwacht doen. 

VERHOUDING BEWONERS EN MILITAIREN TE BERGEN OP ZOOM

In 1779 beschikt Bergen op Zoom over gedetailleerde opgaven, die behoren bij een artikel over ziekten die door de plaatselijke medicus Chr. de Neve werden gepubliceerd. Hier noemt hij voor 9 stadswijken een aantal van 3863 inwoners, alsmede een garnizoen bestaande uit 1203 militairen 246 vrouwen en 403 kinderen. Derhalve bestond de stadsbevolking (zonder de bewoners van de buitenpoorterij) uit 5715 personen.
De gelegerde militairen met hun gezinnen maakten niet zelden 30% tot 50% van de totale bevolking uit. Soms wel meer als er oorlogsdreigingen waren.

     

Bronnen: http://nl.wikipedia.org
                http://www.markiezenhof.nl
                http://books.google.nl Geloof kan Bergen verzetten.
                http://www.zevenboom.com/augustinus
  

 

Overigens werd op 24-11-1647 al de geboorte vermeld van een Celeste de Plessis Malaguet te Bergen op Zoom.          

i   

MICHEL DU PLESSIS
Michel du Plessis vestigde zich als gevluchte Hugenoot vanuit Dieppe ca. 1685 in Bergen op Zoom.
Zijn kinderen zijn geboren tussen 1689 en 1708 te Bergen op Zoom.
In de periode van 1688 tot 1697 was de republiek opnieuw met Frankrijk in oorlog. De stad kreeg weer een groot aantal soldaten binnen zijn muren. In 1701 bezette Lodewijk XIV de Spaanse Nederlanden. De Staatse garnizoenen moesten de barrieresteden verlaten en trokken o.a. naar Bergen op Zoom. Daar lag al een groot garnizoen plus de vele arbeiders die overal vandaan waren gehaald om te werkten aan de versterking van de vesting.
Door de inkwartiering nam het inwonertal enorm toe hierdoor nam de spreiding van ziekten ook enorm toe.



Foto's het Ravelijn Op den Zoom uit 1702 van Van Coenhoorn. 
Bron: http://www.zuiderwaterlinie.nl
Ravelijn. http://nl.wikipedia.org/wiki/Ravelijn